Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want [41]Ik zal ze wederbrengen uit Egypteland, en Ik zal ze vergaderen uit Assyrie; en Ik zal ze in het land van Gilead en Libanon brengen, [42]maar het zal hun niet genoeg wezen. 41. De zin is: Gelijk Ik mijn volk Israel eertijds uit Egypteland en ander landen, waar het een tijlang in ellende is geweest, heb gebracht in het land Kanaan, alzo zal Ik mijn uitverkoren volk uit de blindheid, afgederij en dienstbaarheid van den duivel verlossen, in mijne kerk brengen en eeuwig zaligmaken. 42. Ander: maar daar zal niet plaats genoeg voor hen gevonden worden; te weten, om te wonen, zij zullen te machtig in getal zijn. Van de betekenis van het Hebr. woord, zie Num.11:22 de aantekening aldaar, Hos.12:9.